Maak vooraf
enkele afspraken met je passagier. Als hij (of zijn) een onverwachte beweging
maakt, zeker in een bocht, dan kan dit voor jou als bestuurder vervelende
gevolgen hebben. De passagier volgt best het traject van de weg mee, zodat hij
weet wanneer er zal geremd worden en hoe de bochten elkaar opvolgen. Hij moet
ook steeds zijn voeten op de voetsteunen houden. Met de handen kan hij zich
vasthouden aan de handgrepen achteraan of – beter nog – de bestuurder
“omhelzen”. Op die manier heeft de bestuurder ook meer voeling met de passagier
en vormen beiden een geheel met de motorfiets. Indien de passagier zich even
wil “goed” zetten, vraag dan zeker dat hij dit doet op een recht stuk, niet in
een bocht.