Elektrisch rijden is populair aan het worden. Elektrische voertuigen bieden een oplossing voor een aantal milieuproblemen zoals de schadelijke uitstoten, stikstofoxiden en fijn stof. Ze produceren vanzelfsprekend ook minder geluidshinder. Stroom is bovendien goedkoper dan de traditionele fossiele brandstoffen en kan je bovendien zelf opwekken. Elektrische rijden wordt daarenboven fiscaal beloond door de overheid. Maar is het dan wel allemaal rozengeur en maneschijn?
Neen, want vooralsnog zijn elektrische wagens vrij duur in aanschaf en is nog maar weinig ervaring op lange termijn met leefbaarheid van batterijen. Daarnaast is de actieradius van een dergelijke wagen beperkt. Ben je ergens onderweg, dan ben je afhankelijk van een laadpaal. Bij gebrek aan een beleid met een visie zijn er in ons land nog niet zo veel laadpalen beschikbaar en als je dan ook nog eens pech hebt, en zo’n paal hebt ontdekt, kan die voor een tijdje bezet zijn door een ander voertuig. Je laadt een elektrisch voertuig immers niet op binnen de vijf minuten, zoals je dat wel doe met een gewoon voertuig aan een tankstation. Laden kost in dit geval al gauw enkele uren, tenzij je ergens een snellader hebt gevonden.